Een kleine kriebel: 'Dikke Ik'

Van onze redactie
14 juni 2015
In iedere uitgave van de huis-aan-huiskrant 'Wij in Wijchen, Dukenburg en Lindenholt' schrijft Wijchenaar Peter Droste zijn column 'Een kleine kriebel'.

Dikke Ik

Ineens was hij er weer, die figuur die in 2007 voor het eerst opdook in een boek van de humanistisch filosoof en socioloog Harry Kunneman. Daarna leek hij een paar jaar spoorloos te zijn leek te zijn tot hij door Rutte weer nieuw leven in kreeg geblazen: de Dikke Ikke. Alleen was hij in die paar jaar nogal veranderd. Bij Kunneman stond de Dikke Ik voor het welvarende en weldoorvoede individu dat zich in zijn ongebreidelde consumptiedrang door niemand en niets wil laten hinderen, want anders ontbrandt zijn korte lontje. Maar ook op ondernemingen en organisaties die uitsluitend gaan voor winstmaximalisatie, maximale groei en shareholders value, en zich aan duurzaamheid, werknemersbelangen of milieu-eisen niets gelegen laten liggen.
Kortom: deze Dikke Ik stond voor bankiers die hun eigen zakken vullen en die van de spaarders plunderen, om vervolgens bij een dreigend faillissement smekend naar de overheid te kijken en naar het belastinggeld; voor grote bedrijven die vooral de aandeelhouders willen plezieren en zichzelf, maar niet de werknemers, laat staan de samenleving als geheel; voor de ‘you only live once’-mentaliteit die altijd voorrang moet krijgen, ook al gaan die kekke kleren die daarbij horen ten koste van de gezondheid van de kinderen die diezelfde kleren maken.
Bij Rutte was de Dikke Ik veranderd in de man of vrouw die werkloos was geworden en als eerste naar het UWV ging om daar een uitkering aan te vragen.
Het lijkt hetzelfde: eigenbelang, maar het ligt toch een slagje anders. Al is het maar omdat je tegenwoordig verplicht bent naar het UWV te gaan bij ontslag. Opkomen voor je recht is toch wat anders dan leven volgens het recht van de sterkste of de grootste bek.
Daarom was het wel mooi dat een paar dagen na de toespraak van Rutte over die Dikke Ik een partijlid van hem, en lid van de Gelderse Provinciale Staten, hardop zei dat hij het belachelijk vond dat de Statenleden geen OV-kaart voor eersteklas-reizen zouden krijgen. Toen hij daarop vanuit het halve land de wind van voren kreeg, maakte hij zijn excuses. Zo had hij het niet bedoeld en bovendien: “Ik reis toch nooit met de trein”.
Tussen Dikke Ik en een dikke huid zit niet heel veel verschil.


Peter Droste

Dit bericht delen:

Advertenties