Een kleine kriebel: 'Homo economicus'

Van onze redactie
23 augustus 2015
In iedere uitgave van de huis-aan-huiskrant 'Wij in Wijchen, Dukenburg en Lindenholt' schrijft Wijchenaar Peter Droste zijn column 'Een kleine kriebel'.

Homo economicus

Onze premier - want dat wil hij graag zijn, de premier van ons allemaal - liet zich interviewen op het strand in een bijpassende outfit: overhemd, bovenste twee knoopjes open, dus geen stropdas en ook zijn pantalon straalde één en al ontspanning en vrijetijd uit. Hij had zijn kabinet getracteerd op een dagje uitwaaien, letterlijk en figuurlijk. Een zogenaamd benen-op-tafelgesprek met al zijn ministers en staatssecretarissen. “Het is goed om eens vrij van gedachten te wisselen, zonder een agenda, zonder papier.” Dat ben ik nou eens roerend met hem eens. Zelf ben ik er gek op, dat soort vrijblijvende gesprekken, zeker als je net terug bent van vakantie. Elke gedachte aan werk en verplichtingen is diep onderin het bewustzijn gedrukt door de combinatie van mooi weer, lekker drinken en eten, goede gesprekken en veel lezen. Maar uiteindelijk is daar dan altijd weer de keiharde realiteit. In mijn geval is dat de dictatuur van vuile was, ophopend stof in huis, onkruid dat zich niks aantrekt van mijn ontspanning en het werk. Voor Rutte was daar de harde werkelijkheid van de economie. Want daar schijnt het niet goed mee te gaan. We zijn gebombardeerd met mooie groeiverwachtingen; de werkloosheid neemt af; de vergrijzing kunnen we bestrijden dankzij de komst van vluchtelingen. Maar Rutte is niet tevreden: “De groei kan beter”.
Echt weer zo’n zin om op te kauwen. “…kan beter”. Maar waarom eigenlijk? Waarom moet altijd alles groeien? Mijn ogen dwaalden door mijn nieuw aangelegde tuin, langs de prille plantjes. Ja, die moeten nog groeien omdat ze het anders niet redden. De wortels moeten nog wat dieper de grond in om beter water op te kunnen nemen en omdat er een mathematische verhouding bestaat tussen de lengte van de plant onder én boven de grond, groeit de plant dus vanzelf mee. Tot deze een maximale hoogte heeft bereikt. Dan stokt de groei en begint de fase van zelfonderhoud. Een status quo waarmee de natuur en de plant tevreden zijn.
Waarom heeft de mens nooit zo’n fase? Waarin je gewoon achterover leunt en constateert dat het goed is zoals het is. Die keuken kan best nog tien jaar mee; de auto redt het nog wel vele duizenden kilometers en misschien is het zelfs mogelijk om het ding te laten staan.
Zo denken, vanuit tevredenheid, is onze premier, en niet alleen hem, een gruwel. Het moet groeien, eindeloos doorgroeien. Bomen die dat doen, vallen om, zoals wel meer in de natuur.
Tijdens mijn vakantie kwam ik de volgende zin tegen: “Alles is goed; weinig is beter; niets is perfect.” Ook zo’n zin om even op je in te laten werken, met je benen op tafel, zonder agenda, zonder papier.

Peter Droste

Dit bericht delen:

Advertenties